Wat houdt biociden-verordening in?


De biocidenverordening (BPR) regelt het verhandelen en gebruiken van biociden. Deze biociden moeten mensen, dieren, materialen of voorwerpen beschermen tegen schadelijke organismen. Denk aan ongedierte of bacteriën. Deze verordening heeft tot doel de werking van de markt voor biociden in de EU te verbeteren en moet tegelijkertijd zorgen voor een hoge mate van bescherming voor mens en milieu.

Toelating en uitzonderingen
Voor alle biociden is een toelating vereist voordat ze in de handel mogen worden gebracht. De werkzame stoffen in de biocide moeten vooraf zijn goedgekeurd. Hierop zijn echter bepaalde uitzonderingen. Denk bijvoorbeeld aan werkzame stoffen die in het kader van het beoordelingsprogramma worden onderzocht en biociden die deze werkzame stoffen bevatten. Die mogen in de handel worden gebracht in afwachting van de uiteindelijke beslissing over de goedkeuring. Ook nieuwe werkzame stoffen waarvan de beoordeling nog niet is afgerond en waarvoor een voorlopige toelating is verleend, worden toegestaan op de markt.

Harmonisatie markt en beperking dierproeven
De BPR is bedoeld om de markt op het niveau van de Unie te harmoniseren, de goedkeuring van werkzame stoffen en de toelating van biociden te vereenvoudigen. Om tijdschema’s in te voeren voor de beoordeling door de lidstaten, het opstellen van adviezen en het nemen van besluiten. Daarnaast beperkt de verordening het aantal dierproeven door gezamenlijk gebruik van gegevens te verplichten en het gebruik van alternatieve testmethoden te stimuleren.

Europees en nationaal niveau
De goedkeuring van werkzame stoffen vindt plaats op Europees niveau en de daaropvolgende toelating van de biociden op nationaal niveau. Deze toelating kan worden uitgebreid naar andere lidstaten door middel van wederzijdse erkenning. De nieuwe verordening biedt aanvragers echter ook de mogelijkheid  een nieuw type Europese toelating te creëren (toelating van de Unie).

Biocidenregister
Er zal een speciaal IT-platform, het biocidenregister (R4BP 3), worden gebruikt voor het indienen van aanvragen en het uitwisselen van gegevens en informatie tussen de aanvrager, ECHA, de bevoegde instanties van de lidstaten en de Europese Commissie. Een ander IT-tool, IUCLID 5, wordt gebruikt voor het opstellen van de aanvragen.

Lees ook de originele tekst op ECHA

Lees ook: 'Hoe gevaarlijk zijn chemische stoffen?'

Voorbehoud
Deze informatie is met de grootst mogelijke zorg samengesteld uit verschillende informatiebronnen, maar (interpretatie)fouten zijn niet uitgesloten. Er kan dus geen enkele wettelijke verplichting aan deze tekst worden ontleent. Iedereen die met dit onderwerp te maken krijgt, heeft zelf de verantwoordelijkheid om zich in de materie te verdiepen!



Reacties